Behang en glas

Behangen

Wanneer u mooi behang hebt uitgekozen, dan moet het ook mooi aangebracht worden. Laat dat aan onze vaklui over. Zij zorgen voor het strak en vlot aanbrengen van het behang. Ena wanneer u het zelf wilt doen, dan vindt u hieronder een korte handleiding in negen stappen.

Glasvezelbehang

Glasvezelbehang is sterk en functioneel bij het maskeren van lichte scheuren in stucwerk. Door verschillende weefpatronen is het behang zeer decoratief. Een geperste variant – Renovlies – is geheel glad gestreken. Het behang is bovendien brandvertragend en stootvast. Er zijn zelfs varianten die geluidsdempend zijn.

Glasvezelbehang is neutraal wit en kunt u daarna makkelijk in een kleur schilderen. Met de kleur en uw keuze voor een structuur kunt u dus uw eigen unieke uitstraling creëren. U kunt vrijwel iedere soort verf gebruiken in combinatie met glasvezelbehang.

Behang in negen stappen

Benodigdheden: Emmer, Behanglijm, Grote lepel, Water, Centimeter, Stanleymes, Waterpas, Trapje, Droge schone borstel, Aandrukspaan, Insmeerborstel, Vochtig doekje.

Voorbereiding: Maak eerst de muur vrij van oude verf- en behangresten. Gebruik hiervoor een plamuurmes, afweekmiddel of een stoomapparaat. Maak de muur, als er nog gaten of oneffenheden in zitten, glad. Dit kan met een plamuurmes, plamuur, schuurpapier en/of vulmiddel. Voordat je begint met behangen, is het slim om de muur te reinigen met een sopje, een borstel en/of een spons.

Banen uitmeten: Meet de hoogte van de kamer op verschillende plaatsen op. Maak de behangbanen 10 cm langer dan de grootst gemeten hoogte.

Waar lijmen? Controleer eerst of bij het type behang dat je hebt gekozen de lijm op de ondergrond of op het behang moet worden aangebracht.

Loodlijn tekenen: Zorg voor een getekende loodlijn. Huizen zijn vrijwel nooit recht gebouwd en als je een touwtje met daaronder een loodje hangt, kun je precies een rechte lijn aftekenen.

Knippen en insmeren van het behang: Zet de behangtafel op een handige plek neer en knip de banen op de juiste maat af. Smeer het behang in met behanglijm. Doe dit gelijkmatig om blazen te voorkomen. Vouw de ingesmeerde delen harmonicagewijs op.

Eerste strook behang: Begin met de eerste strook. Deze komt langs de loodlijn en moet zeker een overlap hebben van 3 cm hebben op het plafond. Vouw de baan van boven naar beneden open en druk het behang, van boven naar beneden, aan met een droge schone borstel.

Volgende banen: De volgende baan plak je tegen de eerste aan. Heb je gekozen voor een behang met motief? Let er dan op dat de print goed op elkaar aansluit en je iets meer behang nodig hebt dan bij behang zonder motief. Dit staat vaak op verpakking aangegeven.

Afsnijden: Houd een behangspatel tegen de plint en snijd het behang aan de onderkant af met een stanleymesje. Dit kun je per baan doen, of aan het einde alle banen in één keer.

Bobbeltjes: Het kan zijn dat het behang in het begin bobbelt, maar dit moet uiteindelijk wegtrekken. Toch een paar hobbeltjes over? Snij deze voorzichtig in met een stanleymes, doe er wat lijm achter en smeer het weer vast.